Download Mobile App:

Surah Yusuf Ayah #88 Translated in Dutch

فَلَمَّا دَخَلُوا عَلَيْهِ قَالُوا يَا أَيُّهَا الْعَزِيزُ مَسَّنَا وَأَهْلَنَا الضُّرُّ وَجِئْنَا بِبِضَاعَةٍ مُزْجَاةٍ فَأَوْفِ لَنَا الْكَيْلَ وَتَصَدَّقْ عَلَيْنَا ۖ إِنَّ اللَّهَ يَجْزِي الْمُتَصَدِّقِينَ
Daarom keerden de broeders van Jozef naar Egypte terug en toen zij in zijne tegenwoordigheid kwamen, zeiden zij: Edele heer, de hongersnood heerscht bij ons en ons gezin, en wij zijn met eene kleine som gelds gekomen; geef ons dus volle maat, en schenk ons koren als aalmoes; want God beloont hen die aalmoezen geven.